26.12.10

De ontmoeting in een droom

Ik had graag begonnen met het zoeken naar een beeld. Ik denk aan een bos met een steen waar ik op kan zitten. een beetje witte glans errond, voilà. Ik zit.
Je bestaat nu een dik jaar en zult al wel ondervonden hebben dat er meer is dan het oog ons toont. Zo is er fantasie, een wereld, een mens die ergens rondloopt en aan u denkt die jij nog nooit gezien hebt.
Wat vind je van mijn kleren?
Bruine lompen, warm genoeg en soepel om te lopen door het gebladerte.
Ik ben geen echte bosmens. Dit is een projectie, een beeld hoe ik me nu voorstel.
Ik hou wel van kleuren. Jij ook? Misschien had je meer zin in een oase , groen tussen geel zand.
Daar kunnen we de volgende keer naartoe.
Wat ik wil zeggen? Eigenlijk wil ik stil zijn, maar dan is het maar gek dat we moeite doen elkaar te treffen hier. Er zijn woorden die stil kunnen gevonden worden. Laten we die woorden zoeken die ons het makkelijkst in de tong zitten. Tot welk doel? Kennismaking vermoed ik. Waarom niet? Het is een lastige wereld om te ontrafelen en soms hebben we niet altijd door waarom de dingen gebeuren. Er is groei, jeugd dat wel. Dat zijn goeie dingen. Daarom groen en ook wel een beetje verscholenheid in het duister van de bomen.
Maar uiteindelijk is er licht waar je maar wil. het zijn de contrasten die het fijn maken als je het licht kan bespelen.
Zonder controle van licht is het leven een grote sleur, daar wordt je moe van. Dat beeld ik me in, want altijd heb ik me daarvoor behoed, tot het waanzinnige toe. Wat ik bedoel? Het is fijn om de geest vrij te laten gaan daar waar jij het wil. We leven in een wereld die algauw net dit in het gedrang dreigt te brengen. Daarom zoeken mensen elkaar op, snap je?
Ze willen eigenlijk overleven door te delen. Vandaar zijn wij nu hier ook als gevolg daarvan. elke dag is anders. Daarom kan je best niet te gauw conclusies trekken. Een mens heeft niet veel tijd en veel te doen en vooral: veel te behoeden. Van zodra hij dit inziet is hij een goed mens. Ik hou wel van goeie mensen, meer dan van ijverige.
Wat ga jij doen in je leven denk je? Je kan dienen en leiden. Misschien in stilte of juist in de schijnwerpers. Wat je ook doet of kiest raad ik je aan om te genieten van je eigen inzichten. geef jezelf veel ruimte vanbinnen en geef alles wat komt kleur met je eigen licht. Laat het bliksemen, maar wees geduldig best. Het einde is het mooist.
Ik ga je laten, maar eerst luister ik naar je adem samen met het geritsel van de kleine dieren die her en der zich nieuwsgierig huisvesten rondom ons.

De spin vanbinnen

Een grote spinnekop.
Hier en daar een kluwen web dat stilletjes allerlei zaken wil vangen.
Ze bouwt een constructie en zet zich ergens te wacht om levensstof uit de lucht te ontfutselen zonder eetlustige bijbedoelingen.
Een web vangt veel, is breek- en herstelbaar.
Een geduldige spin kan gerust een tijdje zonder vangst, bedenkend welke stukken rots en gewelf nog wat uitbreiding mogen verwachten.
Ze heeft vrienden die graag zich eens laten neerploffen in het web. de draden zijn stevig en kleverig, indien gewenst: zoet en breekbaar.
Of de spin veel verhuisd? Goeie vraag. Overal oogt de duister hetzelfde.
Wat de spin zelf creëert en ontmoet bestaat.
Misschien leeft ze zonder het te beseffen in een de mond van een walvis die door de ruimte zweeft.

Een spin laat zich moeilijk vangen, maar vreemd genoeg , wil ze dit net wél. Het web wil zelf gevangen worden.

Iedereen schuilt zich achter het vangnet dat wij zijn op zoek naar een stukje nieuwigheid.
En soms gebeurt het, dan valt er een exotisch vleugelwezen in het web.
Een schok van herkenning doet de spin schrikken en ze gaat vol verwachting kijken.
In het web, iets wat ze niet voor mogelijk hield het in deze duistere spelonk aan te treffen, alsof het kwam overgevlogen van een ver anderland.
Al die tijd haar web wevend voor deze onvoorspelbare ontluiking.
De walvis keert zich om en de spin begrijpt nu haar spin-zijn.

het beeld van papier

Een papier is groot en wit
Stel je een papier voor dat groter is dan een A4 .
Je kan er meer mee doen, maar het is ook onhandiger.
Wat ook is je besmeurt het makkelijker.
Er zijn speciale kaften voor, die je dan onder je arm kan dragen, of opgerold in een koker op de rug.
Van zodra iemand een groter papier kiest is hij duidelijk bezig met iets belangrijk.
De waarde zit hem in allerlei associaties: Het resultaat, de keuze, de ijver van de kunstenaar.
Iemand met een groot papier moet meer zorg dragen ervoor en dat doet hij gewillig.
Hij maakt zijn blad speciaal. Hij hoopt misschien ook wel dat het blad speciaal gevonden zal worden door de medemens.
Een groot blad papier heeft meer kans op inkepingen. Het scheurt makkelijk en is niet resistent tegen water of scherpe voorwerpen.
De bron van papier is een boom.
De gebruiker ervan mag zich bewust zijn van het offer. Hij krijgt een blad geleend van iets groter dan hemzelf.
De boom heeft zich al dan niet gewillig gegeven. We kunnen ons verbeelden dat de boom hoopt dat iemand achteraf een meerwaarde de wereld bieden zal dankzij zijn gegeerde hout.
Helaas.
Een ode aan al die wezens die een papier ter hand nemen groter dan het formaat A4, heffen wij het glas, opdat hun kunst en ijver ons een beetje kunnen doen geloven.

13.9.10

droom

Hij huilde.
Ik nam hem bij mij.
In de nek,
menigte.

2.9.10

de abdij van modder en manuscripten

de waterput bevond zich enkele meters voorbij de scherpe rotsen, in het kreupel geslagen dorp. de regen maakte het verkoolde hout nog zompiger. Krelis had zijn kar bij , het wiel was hersteld. traag vulde hij de grote kannen. Nog even, hijsen.. hop , weg was hij, bergop.
glibberig kneedden zijn tenen door het modderige pad, opwaarts.
Ik het venster zag Onodyn zijn vriend sjouwen. Hij wist dat Krelis verzwakt was deze winter en hij met zijn laatste krachten verder zwoegde. de kruiken waren heet, klaar om het bad van de abt te vullen. Onodyn verzuchtte hun ellende en ontweek de kwade blik van de toezichter. Hij moest nog vele manuscripten overschrijven.
De abt zat met zijn naakt dik lijf te wachten op het warme water. hij barstte bijna uit de houten kuip. Warm water plonsde neer tussen zijn billen. Gauw werd de schimmelige kamer omgeven door een dikke rook. Onodyn schreef verder. De varkens op het plein verdoezelden het geschreeuw die nacht. zoals altijd. Arme Krelis. De volgende dag was hij verdwenen.

13.2.10

of soms

Of soms was er eens ineens iemand
Met een kaars
In zijn hand
Zijn linkerhand
Want hij was links
En s avonds was hij rechts
En rechtdoor
Vooral dat laatste
Hij hield niet van kromme lijnen
Maar wel van stippels
Stippelende stippen

Daar hield hij van
Zoals hij van de geur van een ooievaarsbloem kon houden
Als die ontluikte
Of voorbijvloog

Meestal vloog er slechts weer voorbij
Samen met minuten
Maar dagen, nee
Die bleven stilstaan
Zo stil dat je je er niet eens op kon concentreren
Zo stilletjes waren ze
Geworden
Van zijn eenzaamheid
Ze durfden hem niet wakker schudden
En zeker niet met een emmer water passeren voor zijn deur
Nee, dat waren ze niet van plan
Maar stilletjes hoopten ze wel op goeie weersverwachtingen
Met bakken zon
Waar dat ge pannenkoeken in kon bakken
Zodat hij zijn ei kwijt kon
Al was het maar in het deeg
Beter daar dan ergens anders

11.2.10

een man

De man die niet wist dat hij een man was vertrok op reis
Hij kwam een vrouw tegen en kwam tot het volgende besluit:
Hij was beslist geen vrouw.