22.8.08

gemis

ik heb je niet gezien
noch gehoord
al een tijdje
je bent er nog ergens en lach je iemands gemoed te pletter
toekijkend zij, op je geluk
als de weg hier zou eindigen, de deur kil en grauw zich zou openen voor mij
ik zou nog een keer omkijken
en pas te laat merken, dat het te laat is nu.
een grot kent geen uitweg
een onveiliger oord is niet mogelijk
of wel?
misschien bestaan beide niet
en is er enkel iets vaag.

nabij

hij kneep zo hard dat de steen bijna brak. zijn vuisten waren koud van winter en wind. de sneeuw was verdwenen en de zon scheen terug een beetje.
in zijn haar zaten dikke knopen die de wind omhoog blies telkens ze door de rotswanden heen blies. Over het algemeen was het heel stil in de omgeving, je kon de stenen horen vallen die stuk geërodeert werden, of door een klein dier bewogen.
de man voel op z'n knieën neer en greep z'n hoofd tussen z'n vingers. hij ademde zwaar en gaf aanstalten te gaan liggen.
boven pakten witte wolken bijeen als een dak boven de ravijn. een vogel keek toe ver boven. een kleine slang bewoog zich tussen het dorre gras en stoorde zich niet aan de vermoeide gedaante. Hij viel neer, maar voelde niets meer.
enkel de wolken zag hij nog. lang bleef hij zo liggen kijken.
z'n mond begon droog te voelen. Hij pakte een steen , bekeek hem deze keer anders.
'mijn vriend', zei de man.
en water stroomde in z'n mond.